De tafel van 1: Herhaald optellen
Een keersom is eigenlijk een herhaalde optelsom.
Kijk maar eens naar de voorbeelden hieronder.
Voorbeeld: 1 x 1 =
Ik heb 1 kooi.
In die kooi zit 1 vogel.
Hoeveel vogels heb ik in totaal?
Je telt 1 vogel.
De keersom die hierbij hoort is: 1 x 1 = 1.
Want: Ik heb 1 keer een kooi met 1 vogel.
Dat is 1 vogel in totaal.
Voorbeeld: 2 x 1 =
Nu heb ik 2 kooien met 1 vogel.
Hoeveel vogels heb ik nu in totaal?
Je kunt de vogels weer tellen.
Je telt 2 vogels.
De optelsom die hierbij hoort is: 1 + 1 = 2.
De keersom die hierbij hoort is: 2 x 1 = 2.
Want: Ik heb 2 keer een kooi met 1 vogel.
Dat zijn 2 vogels in totaal.
Voorbeeld: 3 x 1 =
Dit keer heb ik 3 kooien met 1 vogel.
Hoeveel vogels heb ik nu in totaal?
Je kunt de vogels weer tellen.
Je telt 3 vogels.
De optelsom die hierbij hoort is: 1 + 1 + 1 = 3.
De keersom die hierbij hoort is: 3 x 1 = 3.
Want: Ik heb 3 keer een kooi met 1 vogel.
Dat zijn 3 vogels in totaal.
Vermenigvuldigen is herhaald optellen
Je ziet dat de optelsommen dezelfde uitkomst hebben als de keersommen. Vermenigvuldigen is dus herhaald optellen. Maar het is niet handig om altijd op te tellen. Dit duurt langer dan het uitrekenen van een keersom!
In deze oefening maak je bij elke keersom van de tafel van 1 ook de bijbehorende optelsom.